V van Varoufakis: waarom we best goed luisteren naar de Grieken.

c6be7b7d6c564c39b3a3bde5312b2c6e

Jan Blommaert 

Op 25 januari van dit jaar won Syriza de verkiezingen in Griekenland op een programma van radicale breuk met het verleden. Vijf jaar “austeriteit” – de zogenaamde Griekse crisis brak uit in 2010 – hadden het land naar de afgrond gebracht. Sinds 2012 was er een “Memorandum of Understanding” getekend tussen de Griekse regering en de Troika (Europese Commissie, Europese Centrale Bank en IMF) dat, in de concrete feiten, een volledige volmacht schonk aan die Troika om in Griekenland zowat alle beleid concreet uit te tekenen en op te leggen aan de regering. Het Griekse parlement, haar regering en haar volk werden volledig onder curatele geplaatst, kan je zeggen (zie de links onderaan voor relevante teksten in dit verband). Technocraten uitgestuurd door drie onverkozen organen schreven woordelijk de wetten die dan in het parlement, doorgaans door middel van het Griekse equivalent van volmachten, werden goedgekeurd. Syriza en andere oppositiepartijen hebben daartegen van bij aanvang met de grootste klem geprotesteerd, want deze Troika-cratie was een overtreding van de Griekse grondwettelijke bepalingen inzake soevereiniteit. De EU liet zich aan dit detail niets gelaten: Griekenland was lid van de EU en de Eurozone, had het memorandum ondertekend, en moest zich verder maar van commentaren onthouden.

De gevolgen ervan zijn welbekend: de maatregelen van de Troika leidden tot een crisis van nooit geziene omvang sinds de grote crash van 1929, en de Griekse politieke klasse ging eraan ten onder. Griekenland zit opgezadeld met een crisis die de structuur van een octopus heeft en begint bij haar publieke schuld en begrotingsstructuur, verder loopt naar enorme werkloosheid, dualisering met extreme armoede en emigratie tot gevolg, de afbouw van publieke voorzieningen en uitkeringen, desinvesteringen en “solden”-verkoop van publieke eigendommen, een fiscaliteit waarin een minderheid van de mensen effectief belastingen betaalt, een internationaal vertakt systeem van politieke en economische corruptie, en een volledig verval van de democratische legitimiteit van de overheid.

Toen Syriza de verkiezingen won was het, eigenaardig genoeg voor velen, het thema van democratie dat centraal stond in haar retoriek. Griekenland moest uit de crisis komen door z’n democratie terug te herwinnen en centraal te stellen. In wat volgt wil ik deze voor velen eigenaardige wending toelichten, en en cours de route de grond van de discussies tussen de Eurozone en Griekenland uitspitten. In de internationale pers is het motief van democratie immers grotendeels onopgemerkt voorbij gegaan. Terwijl het niet enkel cruciaal is om het Griekse standpunt te begrijpen, maar ook van bijzonder belang is als een element in een ruimere sociale mobilisatie tegen austeriteit.

Het theater van Brussel

We hebben in de rest van Europa met een visadempje gekeken naar het spektakel in de tweede en derde week van februari dit jaar, toen de nieuwe Griekse regering haar voorstellen voor verdere samenwerking met de Eurozone moest bespreken met de Ministers van Financiën van die groep, geleid door de Nederlandse pvda-er Jeroen Dijsselbloem. In die week werd meteen ook een nieuwe rockstar-politicus geboren: Yanis Varoufakis – held, schurk, sexsymbool, intello, arrogante schoft, lifestyle en kleding goeroe, welbespraakte theoreticus, hij is het allemaal. De EU heeft na vele jaren zonder grote publieke figuren nu plots een charismatisch centrum, en dat centrum komt uit … Griekenland.

Varoufakis speelde het spel van bij aanvang niet volgens de regels van de anderen. Zijn kledij – geen stropdas maar wel een modieus jasje met opgezette kraag – lijkt bijzaak maar werd door zowat alle anderen prompt als een provocatie ervaren. En dat was nog klein bier in vergelijking met de voorbereidende documenten die hij via zijn Twitteraccount meteen lekte naar al wie ze bekijken wilde. Enerzijds vanuit het standpunt van transparantie (“hebben we dan iets te verbergen voor het publiek?”), wat gegeven de achtergrond van corruptie en vriendjespolitiek geen detail is, en anderzijds als een middel om zichzelf te beveiligen tegen allerhande ver-van-de-feiten interpretaties kregen we de werkdocumenten, eerste versies en discussienotities te lezen die in de regel netjes in de vergadermappen blijven. We zagen daardoor heel snel twee dingen.

Eén: de Eurozone wenste eenvoudigweg de voortzetting van het gehele plan, incluis de uitvoeringsmechanismen ervan (concreet: de autoriteit van de Troika), zoals afgesproken met de vorige Griekse regering. Onze eigen Minister Van Overtveldt was daarover meteen één van de eloquentste bronnen. Hij liet langsheen alle kanalen weten dat het niet uitmaakte voor welke partij de Grieken hadden gekozen want de lijnen lagen vast, en elke andere marsrichting dan degene die door de Troika was opgelegd was onbespreekbaar. Geen Kracht van Verandering in Griekenland met andere woorden, zeker niet als ze van links zou komen.

Dit was zijn standpunt na de nu al historische persconferentie met Dijsselbloem en Varoufakis in Athene in de laatste dagen van januari, toen Varoufakis op de vraag of Griekenland de samenwerking met de EU zou verderzetten reageerde met een duidelijke uithaal naar de Troika: ja, we zullen onderhandelen en samenwerken met officiële partners, maar niet met een orgaan waarvan het Europees Parlement zegt dat het onzorgvuldig is opgevat. Dijsselbloem trok wit weg, was hevig ontdaan door zoveel arrogantie en mompelde tegen Varoufakis “you just killed the Troika”. Hij voelde zich varoufucked.

Twee: de Grieken zelf beklemtoonden het belang van nieuw beleid dat getrokken werd door de nationale regering en democratisch gedragen werd. Dit punt werd constant beklemtoond: een Grieks probleem zal worden opgelost door de Grieken, in overleg met anderen – en dat is iets anders dan “op bevel van” anderen. De (gelekte) toespraak van Varoufakis tijdens de vergadering van de Eurogroep van 11 februari (de eerste kennismaking van de gehele Eurogroep met Mister V) bevat een passage die van absoluut belang is:

ScreenHunter_157 Mar. 02 12.25

Varoufakis zegt hier dat het verzekeren van een surplus op de begroting (om zo renten af te betalen en schuld af te bouwen) het afgesproken doel blijft van de Grieken. So far so good. Maar hij voegt er onmiddellijk aan toe dat de concrete manieren waarop dit surplus zou worden gerealiseerd door de Grieken zelf zouden worden ontwikkeld en door de Griekse bevolking zouden moeten gedragen worden: “owned by the people”.

Het “nieuwe contract” tussen Brussel en Athene zou dus enkel nog continuïteit vertonen inzake de algemene opdracht en doelstelling – het verzorgen van een overschot op de begroting om aan de financiële verplichtingen van Griekenland te voldoen. Maar wat al het andere betrof zou het de zaken op een heel andere, onafhankelijke manier spelen. De tijden waarin Troikamedewerkers afgewerkte wetsontwerpen doorgaven aan Griekse ministers, die ze dan vlug-vlug naar het parlement brachten ter goedkeuring: die tijden waren voorbij.

Technisch tussendoortje: soevereiniteit en subsidiariteit

We zien de band met democratie al helder in de standpunten van Varoufakis. Terwijl voor Dijsselbloem, Van Overtveldt en anderen het blijkbaar geen enkel verschil meer uitmaakt welke kant verkiezingen opgaan (en de keuze van burgers tijdens democratische verkiezingen dus nul en generlei belang meer lijkt te hebben) beklemtoont Varoufakis dat de nieuwe Griekse regering haar mandaat moet waarmaken en beleid moet voeren dat door het electoraat is aangegeven. Het is vreemd toch, dat zoiets in de EU vandaag controversieel lijkt.

Eurocraten verklaren het controversiële karakter daarvan door te wijzen op de subsidiariteit. Pacta sunt servanda – getekende akkoorden zijn bindend, zo luidt het, en de Europese muntunie heeft een byzantijns netwerk van bevoegdheden geschapen dat bijzonder complex in mekaar zit, met delen die ten laste van de nationale regeringen vallen en delen die het domein zijn van gemeenschappelijk overleg. Men wijst dan ook graag op het feit dat de vraag over soevereiniteit “iets genuanceerder” is dan de meeste mensen denken.

“Iets genuanceerder” is een handige term die suggereert dat enkel de eigen interpretatie de juiste is. En wie nu even de literatuur nagaat over de ingewikkelde relatie tussen soevereiniteit en subsidiariteit in de Unie, die merkt dat het simpelweg over een schemerzone gaat: tal van zaken worden gewoonweg niét specifiek bepaald maar blijven in de lucht hangen. Ze worden door de concrete gang van zaken een fait accompli – “zo doen we het nu eenmaal” – of door machtsspelltejes eenvoudig in één bepaalde richting gedwongen. De wijze waarop de Troika optreedt als proxy van de EU, bijvoorbeeld, is bijzonder betwistbaar in het licht van de bepalingen van het Europese Verdrag; evengoed als de manier waarop sinds 2012 een soort “consensus” heerst in de Eurozone die men “pooling of sovereignty” noemt (“het bijeenbrengen van sovereiniteit”), en die erop neerkomt dat landen zonder verder schrijf- of stemwerk een deel van hun macht afstaan aan hogere instanties voor de controle over begrotingen en zo meer. “Pooling of sovereignty” is dus in realiteit “reduction of sovereignty” – iets wat in zowat alle deelnemende “poolende” landen rechtstreeks allerhande grondwettelijke problemen oproept. Noteer, zoals gezegd, dat Syriza en andere partijen net daarom groot grondwettelijk bezwaar aantekenden bij het Memorandum van 2012.

De zaak wordt doorgaans eenvoudiger wanneer men de basisbeginselen van het Europese Verdrag bekijkt (link beneden). De algemene bepalingen zijn in deze teksten steeds overwegend op latere bepalingen. En uit die algemene bepalingen halen we zaken zoals: (i) de Unie is er een van gelijken; (ii) wordt bepaald door de beginselen van de rechtstaat (iedereen gelijk voor de wet), (iii) besluitvorming gebeurt door overleg (incluis her-onderhandelingen) en consensus, niet door dwang of druk; (iv) via democratisch verkozen organen op lidstaatniveau en het niveau van het Europees Parlement, en – let goed op – (v) met als ultieme finaliteit het scheppen van een ruimte waarin economische en sociale vooruitgang samen moeten gaan in een “sociale markteconomie” die maximale tewerkstelling inhoudt, rechten aan werkenden geeft en een sociaal vangnet in stand houdt voor de minder gelukkigen. Wanneer handelingen hiermee in strijd zijn, dan overtreedt de Unie haar basisbeginselen en moet ze worden teruggefloten.

Ik heb een sterk vermoeden dat Tsipras, Varoufakis en anderen een bijzonder grondige lezing hadden gedaan van deze Europese teksten vooraleer ze hun plannen bekend maakten. Ze legden de vinger immers consistent precies op die schemerzones waarin institutionele onduidelijkheid en fait accompli heersen, maar die vanuit een ernstige lezing van de algemene bepalingen van de Europese verdragen onverdedigbaar zijn. Simpel gesteld: ze eisten zaken die, indien de EU zich er tegen had verzet, de brutale machtspolitiek en het diepe democratische deficit van de Unie hadden blootgelegd. De concrete werking van de Troika bijvoorbeeld – een parallel systeem van wetgeving uitgevoerd door niet-verkozen (zelfs niet-EU-) organen waarvoor parlementen als schaamlapje gehanteerd worden – is onmogelijk te verdedigen in het licht van de geest van de Unieverdragen. Ook het opleggen van maatregelen bij afwezigheid van consensus (“pacta sunt servanda”) na een verkiezing die een diepe koerswijziging meebracht is delicaat, want wie dit nu hard wenst te maken riskeert dezelfde behandeling vanwege de EU later, en er is geen enkele partij die graag verkiezingen ingaat met de boodschap “stem voor mij want ik voer gewoon uit wat de EU dicteert”.

Twee brieven

Op de Eurozone top van 16 februari in Brussel onderstreepte Varoufakis al deze zaken, en hij deed er nog eentje bovenop. Hij stelde dat hij onder geen beding een voortzetting wenste van het huidige model, dat dan maar naar een “successful conclusion” moest worden gebracht, omdat hij zich niet wenste vast te pinnen op een belofte die hij niet kon houden. Concreet: de doelstellingen in het bestaande plan waren van een zodanig surrealistische aard (een surplus op de begroting van 4,5%) dat ze enkel te behalen zouden zijn via een nog verder gaande aanslag op de modale Griekse bevolking en haar levensstandaard, en daartoe was hij niet bereid.

Het was alweer een boodschap die kon tellen, want nu kwam de uitspraak van Varoufakis erop neer dat de austeriteitsrecepten van de EU en haar Troika op geen enkele wijze de crisis oplosten, maar die crisis integendeel nog verdiepten. De aanpak was dus failliet. De anderen waren not amused.

Waarom failliet? Wel, zo argumenteerde Varoufakis, omdat er een heel ander type van “structurele hervormingen” moesten worden doorgevoerd in Griekenland dan degene die de EU en de Troika doorgaans hanteerden. Geen “hervormingen van de arbeidsmarkt” en radicale afbouw van de welvaartstaat en even radicale doorbouw van de minimale staat. Wél een radicale “opkuis” van de Griekse samenleving door middel van een behoorlijk heftige tax-shift waarbij ook de rijken hun deel zouden betalen, het serieus aanpakken van fiscale fraude en corruptie op alle niveaus, het versterken van het overheidsapparaat dat deze zaken in de gaten zou moeten houden, het stimuleren van publieke uitgaven in infrastructuur en tijdelijke tewerkstelling, en het weghalen van alles wat consumptie verder afremt – geen BTW verhoging dus – samen met het verhinderen van een verdere verarming van de bevolking.

Om dat alles in de stellingen te krijgen vroeg Griekenland een minimale cash-flow oplossing die hen zes maanden verder zouden brengen. In die zes maaden zou er een lawine aan wetgevend werk gebeuren waarmee de fundamenten van dit nieuwe en gezonde Griekenland werden gegoten. Immers, zo had Varoufakis al enkele keren uitgelegd, Griekenland zag men best als een junkie die verslaafd was aan de continue “shots” van geld van de EU en anderen, maar die door iedere nieuwe injectie steeds zieker en zwakker werd. Enkel “cold turkey” kon helpen: dat zieke staatssysteem aanpakken dat door iedere nieuwe injectie geld meer dualisering, meer corruptie en meer afbouw van het eigen patrimonium te slikken kreeg. De EU moest dus geen nieuw geld geven, wel een kortstondig kaskrediet, want de bedoeling was om zo snel mogelijk de afhankelijkheid van dat externe geld af te bouwen en zelf met eigen middelen er bovenop te komen. Hoe? Door een versterking van de staat en door een verhoging van de inkomsten van de staat – niet door een verlaging van de uitgaven en het verpatsen van de eigendommen ervan. Het ging hier – en let op de verwoording – om “substantive, far-reaching reforms that are needed to restore the living standards of millions of Greek citizens through sustainable economic growth, gainful employment and social cohesion.” De afbetaling van schulden (het doel van de EU) heeft een compagnon gekregen: het verbeteren van de levenskwaliteit van de modale Griekse burger.

Het briefje waarmee Varoufakis deze voorstellen overmaakte aan de Eurozone werd ijskoud onthaald. Er kwam geen gemeenschappelijk communiqué, want de Griekse “njet” om gewoon verder te doen met het bestaande werd gezien als een daad van zeer onbehoorlijk bestuur en extreme arrogantie. De Duitse Minister van Financiën Schäuble bekloeg de Griekse bevolking die opgezadeld zat met een “onverantwoordelijke” regering; hij voegde eraan toe dat de Griekse plannen om het minimumloon te verhogen geen zaak waren van de Grieken alleen en dus niet zomaar door een nieuwe coalitie konden beslist worden zonder goedkeuring van, onder andere, hemzelf. Ook Van Overtveldt – rara – vond dat het tijd werd “dat de Grieken begonnen te luisteren” naar wat hun opdrachtgevers hen oplegden. Griekenland kreeg enkele dagen de tijd om een volledig voorstel uit te schrijven en over te maken aan de Eurozone.

Dit gebeurde op 24 februari in een zes bladzijden lange brief van Varoufakis. Daarin lezen we dat een Tax Shift het voornaamste instrument is waarmee Griekenland zijn financiële gezondheid wil herwinnen. De cultuur van de uitzonderingen (er schijnen er nogal wat te zijn) en de privileges voor grote kapitalen en buitenlandse investeerders worden aangepakt, want de nieuwe fiscale cultuur moet gebaseerd zijn op sociale rechtvaardigheid, koopkrachtverhoging (bijvoorbeeld via BTW-hervormingen) en een transparante en rechtszekere verhouding tussen overheid en belastingplichtige. Piketty in actie, zouden we zeggen.

Ook het deel over de controle over de uitgaven van de staat is prettig om lezen. De Griekse overheid gaat haar uitgaven saneren door alle mogelijke achterpoortjes te sluiten – geen royale onkostenvergoedingen en luxewagens meer, geen “speciale toelagen” voor deskundigen en andere adviseurs, het verlagen van de dagelijkse uitgaven van ministeries, en zo voort. Ook hier is het middel de grote kuis, het wegwerken van bestaande wantoestanden die vele, vele miljoenen kosten. Dit gaat gepaard aan een behoorlijk radicale aanpak van corruptie van hoog tot laag in de samenleving, waarbij geen enkele actor ontzien kan worden. Dus ook geen buitenlandse actoren. In de daaropvolgende dagen werd dit gevolgd door een besluit van de regering waarin het aan een aantal grote bedrijven, waaronder Siemens, verboden wordt nog mee te dingen naar Griekse overheidsopdrachten, wegens bewezen (zij het doodgezwegen) corruptie uit het verleden.

Wat dan de zaken betreft die de Troika zo belangrijk vond – privatiseringen en de “structurele hervormingen” van de arbeidsmarkt – daarover blijft de Griekse regering op de oppervlakte. Uitgevoerde privatiseringen blijven onaangetast – iets wat door de internationale pers werd gezien als een pijnlijke nederlaag van Syriza, terwijl dit in de correspondentie met de EU zelfs niet werd gesuggereerd – maar de nog lopende privatiseringen worden herbekeken vanuit het standpunt dat de staat een behoorlijke prijs moet krijgen voor de verkochte waar. De solden in Griekenland zijn voorbij. En in die formulering kan zelfs het IMF moeilijk protesteren, want inkomsten uit privatiseringen waren belangrijk in de Troika-strategie. En de arbeidsmarkt? Daar zal worden gestudeerd, nagekeken en overlegd met iedereen (zelfs – stel je voor – met de ILO, International Labor Organization). Dus dié “structurele hervormingen” gaan op de lange baan. Bekijk even de slimme formuleringen in deze passage, waarin de regering aankondigt dat ze weliswaar naar “economische realiteiten” en “competitiviteit” zal kijken, maar het minimumloon toch maar zal optrekken, en de lonen bovendien binnen een systeem van collectief overleg zal blijven bepalen (ik hoor Van Overtveldts tanden tot hier knarsen).

ScreenHunter_158 Mar. 02 15.12

De tekst van Varoufakis, die dus als formeel doel heeft een oplossing aan te reken voor een schuldenprobleem, eindigt uiterst merkwaardig met een katern over de “humanitaire crisis” in Griekenland. Ook het aanpakken van dié crisis is een onderdeel van het oplossen van de schulden. De drugsverslaafde moet niet enkel afkicken maar ook weer gezond worden.

Deze merkwaardige tekst, die op geen enkel punt fundamentele wijzigingen aanbracht aan de eerder tekst en perifere communicaties daarover, werd unaniem goedgekeurd door de Eurozone, zij het met een looptijd van vier in plaats van zes maand (zodat de linkse Grieken rond de periode van de Spaanse Podemos-verkiezingen weer de gang naar Canossa moeten doen, zo denkt men). Dat gebeurde met bijzonder norse gezichten, want de Grieken hadden een klinkende overwinning geboekt. Hoe? Wel, ze hadden de eerder besproken schemerzones uitgebuit waardoor de EU tot de bevinding was gekomen dat er formeel moeilijk een verbod kon worden uitgesproken over wat de Grieken voorstelden. En twee, het machtsspelletje werkte evenmin. De Griekse regering had enkele dagen tevoren via een opiniepeiling een verbluffende 80% van de bevolking achter zich gekregen, en volgens insiders werden tijdens de gesprekken ook de terugbetaling van de Duitse oorlogsschuld aan Griekenland (iets wat volgens een verdrag uit 1953 na de Duitse eenmaking zou moeten gebeuren maar nooit is uitgevoerd) en een aantal fraude- en corruptiegevallen met betrokkenheid van andere lidstaten vermeld. Wat niet plezant is, nemen we aan.

Wie ook niet geamuseerd leek, was IMF-baas Christine Lagarde. In een briefje aan de Eurozone liet ze weten dat ze wel wat goeie dingen zag in de brief van Varoufakis, maar alle mogelijke “details” miste inzake de prioritaire actiepunten die het IMF besloten had – arbeidsmarkthervorming en zo meer. Mevrouw Lagarde was inderdaad gewend geraakt aan het lezen van concrete, lijvige en gedetailleerde wetsontwerpen uit Griekenland, opgesteld door haar IMF-technici en klaar om door te geven aan de Griekse Eerste Minister. Nu moest ze het met veel minder doen: een beleidsplan dat de Grieken zélf zouden uitwerken, stel je voor.

Wat is er gerealiseerd? Het belang van herdefinitie

In elk geval, de Eurozone heeft nu een “austeriteitsplan” goedgekeurd dat fundamenteel afwijkt van de doctrine inzake austeriteit die tot nu toe, en al jaren, haar waarmerk was.

1. Het plan is gebaseerd op een geheel andere economische theorie. De EU-doctrine tot nu toe was eenvoudigweg wat men “supply-side economics” noemt, een theorie waarin bedrijven, hun winsten en de groei daarvan het centrale gegeven zijn. Crisis wordt bestreden door de winsten van private kapitalen te verhogen. De Griekse aanpak is daarentegen gebaseerd op wat men “neo-Keynesianisme” of “welfare-state economics” noemt, en waarin de consument centraal staat. In die eerste theorie is ongelijkheid een vaste waarde; in de tweede staan precies het tegengaan van extreme verschillen tussen arm en rijk en het tegengaan van verregaande verarming onder de bevolking centraal. In het eerste model is de staat eerder een obstakel dan een hulp, en moet de staat dus gereduceerd worden tot enkel dat wat de private ondernemingen niet kunnen (of willen) doen; in het tweede model is de staat een centrale partner en actor in het economische spel.

Het debat tussen supply-siders en neo-Keynesianen is al sinds het begin van de crisis in 2008 volop aan de gang. Hoewel de neo-Keynesianen zelden de bovenhand halen zijn ze dank zij de uitstraling van mensen zoals Piketty, Krugman, Stiglitz en Galbraith bijzonder populair aan het worden. Varoufakis, zelf een academisch econoom, is in zijn loopbaan van het ene naar het andere kamp overgegaan, en kan zich daardoor verzekeren van de steun van al deze coryfeeën – James Galbraith was deel van zijn onderhandelingsploeg in Brussel (en merk op dat Piketty het Spaanse Podemos adviseert). Het akkoord van de Eurozone (incluis rabiate supply-siders zoals Van Overtveldt) voor een neo-Keynesiaanse theorie is dan ook groot nieuws, want plots is er wel een alternatief qua economisch model voor de aanpak van de crisis. De theorie van de crisis en haar aanpak zijn dus geherdefinieerd.

Het is amusant te zien dat Varoufakis in zijn toespraak tot de Eurozone er fijntjes op wijst dat de Griekse voorstellen wel eens wat ruimere relevantie zouden kunnen hebben, en dat andere Eurolanden misschien goed zouden moeten kijken en luisteren naar wat de Grieken met hun eigen crisis doen. Ik kan me de razernij bij de supply-siders levendig inbeelden.

2. Wat ook geherdefinieerd is, is de politieke definitie van de crisis zelf. Het kan een detail lijken, maar Varoufakis is erin geslaagd datgene wat tot nu toe werd gezien als een “economische” crisis te reduceren tot een financiële crisis. Om het belang daarvan aan te geven moet ik even een wat ruimer plaatje schetsen.

Sinds 2008 lijkt men ervan overtuigd dat “economie” niets te maken heeft met “democratie”. Economie is een universum op zichzelf dat aan heel andere wetten beantwoordt dan die van onze parlementen – “natuurwetten” hoort men vaak, al blijken die natuurwetten in realiteit te worden bepaald door bookmakers zoals de New Yorkse rating bureaus. Daardoor is “economie” ook niet langer iets wat door verkozen regeringen via politiek beleid kan worden beheerd; het moet via management door experten worden geleid – de Troika is er een prima voorbeeld van.

Op zich is dit al heel problematisch – economie was en is altijd door-en-door “politiek”, sinds Adam Smith aangaf dat een economie slechts zin heeft in zoverre ze de algemene welvaart en het welzijn van de samenleving verhoogt. Het wordt echter nog problematischer wanneer we kijken naar de praktijk van “economisch” beleid. In de feiten blijkt immers alle beleid potentieel “economisch” te zijn: de lonen, uitkeringen en systemen van sociale zekerheid uiteraard, evenals de opvang(on)mogelijkheden voor werklozen, armen en zo meer. Maar ook het beheer door de overheid van z’n eigen personeel (ambtenaren, leerkkrachten, militairen, politie, brandweerlui), hun lonen en de omvang van hun korps, de prijs van de consumptiegoederen, de aanslagvoeten in het fiscaal systeem, het niveau van de BTW, de huurprijzen, de discounts die bedrijven hiervoor kunnen krijgen, de structuur van het onderwijs op alle niveaus, het behoud of afbouwen van een nationale omroep en pers, het systeem van milieuvergunningen en bouwvergunningen: AL deze dingen worden, bijvoorbeeld door de Troika, onder de noemer van “economisch” beleid gevat, want al deze dingen zullen wel op de ene of andere manier een effect hebben op wat men dan “het investeringsklimaat” noemt, of “het vertrouwen van de markten” of “de investeerders”.

Het is via die semantische trechter-structuur dat alle beleid in Griekenland “economisch” werd genoemd en dus uit handen werd gehaald van verkozen organen, om het in handen te geven van onverkozen technocraten die nu plots het recht lijken te hebben verworven om rond al deze dingen gedetailleerd – maar door niemand gesteund of verdedigd – beleid uit te tekenen en te doen goedkeuren. Het handige gebruik van de term “economisch” blijkt het perfecte instrument voor het afschaffen van de democratie.

De zaak herdefiniëren als “financieel” is dus helemaal geen detail. In tegenstelling tot “economisch”, waarvan we hebben gezien hoe rekbaar het is, is “financieel” een vrij precies begrip. Het gaat over afrekeningen en balansen, over boekhouding. En Griekenland is best bereid samen te werken met de EU, de Europese Centrale Bank en het IMF (afzonderlijk) om de Griekse boekhouding te laten controleren – dat is eerder overeengekomen en de Grieken houden zich eraan. Maar die organen hebben niet langer de bevoegdheid om “economisch” beleid in Griekenland te sturen; dat zullen de Grieken zelf wel doen.

Een veel aangehaalde maar absurde vergelijking om de Griekse situatie uit te leggen is die van een particulier die een hypotheek afsluit met een bank en zich dus verbindt tot terugbetaling willens nillens, punt uit. Enerzijds is dit feitelijke kletskoek, want de financiële spelregels liggen geheel anders bij particulieren dan bij landen en grote ondernemingen. Maar dit terzijde. Het is ook larie en apenkool als motivering voor het Troika-beleid, omdat een bank jou in de regel niet zegt hoe je aan het geld moet raken om hen terug te betalen. Of je dit haalt uit arbeid, erfenis, diefstal, speculatie, gokken of wat weet ik al is niet de zaak van de bank – hun zaak is puur financieel, je moet gewoon terugbetalen, dat is alles. Het Troika beleid daarentegen zou er in deze analogie op neerkomen dat de bankier bij het verstrekken van de hypotheek meteen als voorwaarden erbij geeft dat je dit krediet enkel mag terugbetalen met geld verdiend als leerling-slager (terwijl je bediende bij de overheid bent), dat je kinderen enkel Latijn-Moderne Talen mogen volgen op school, dat je elk jaar twee nieuwe laptops moet kopen en dat je vrouw alleen nog bruine schoenen mag dragen. Dat – zo begreep Varoufakis – is het onderscheid tussen een “financieel” bepaald probleem, en een “economisch”.

3. De Grieken hebben ook een herdefiniëring doorgevoerd van “hun probleem”, de “catastrofe” die er dreigde indien Griekenland zonder geld zou vallen. Ze beklemtoonden voortdurend dat de EU moest ophouden met het projecteren van wat in wezen een Europees probleem was op Griekenland, en doorheen de onderhandelingen was er dan ook een voortdurende dissonant tussen wat, bijvoorbeeld, Schäuble en Dijsselbloem begrepen als “het probleem”, en wat Varoufakis daaronder begreep. Voor die laatste was het probleem van Griekenland een binnenlands probleem: een humanitaire ramp die het gevolg is van doodzieke staatsstructuren die dringend moeten vernieuwd worden. De “stabiliteit van de Euro” is geen Grieks probleem, het is een Europees probleem, zo benadrukte hij keer op keer. Griekenland kan de stabiliteit van de Euro niet verzekeren; wat het wel kan doen is ervoor zorgen dat de eigen impact daarop positief is, dat Griekenland niet langer een zorgenkind is. En het Troika-beleid heeft net het tegenovergestelde gerealiseerd: een steeds zieker land met een bevolking die stilaan wegzinkt in de marge van de wereldeconomie.

Door deze herdefinitie legden de Grieken een ruimer probleem bloot: de wijze waarop “Europese” problemen gehanteerd kunnen worden om de eigen problemen te “exporteren” naar andere landen en daar plaatsvervangend austeriteitsbeleid in te voeren – het soevereiniteitsprobleem dat we eerder bespraken, met andere woorden. Schäuble, Dijsselbloem en Van Overtveldt zijn niet verkozen in Griekenland. Ze zijn samen met alle anderen verantwoordelijk voor het stabiliseren van de Europese financiële en economische dynamiek; ze zijn echter niet aansprakelijk voor hoe Griekenland dat concreet en voor wat betreft z’n eigen aandeel erin doet. Het voortdurend overtreden van de grenzen van soevereiniteit schept telkens weer een ernstig probleem van democratische legitimiteit – Schäuble kan zeggen wat hij wil over Griekenland, want hij moet zich nooit voor het Griekse electoraat verantwoorden. En dat is de bron van ergernis die de Eurosceptici zo graag aanboren. Daar een kordate grens in trekken, zoals de Grieken hebben gedaan, kan de EU enkel ten goede komen.

Van Euroscepsis naar Eurokritiek

Maar tegelijker tijd is er een nieuw soort van Euroscepticisme ontstaan, dat we Eurokritiek noemen om het te onderscheiden van het vaak ultranationalistische, nationaalchauvinistische en xenofobe platform van Eurosceptici zoals Wilders en Farage. De kritiek op Europa heeft hier niet als finaliteit het uiteenvallen ervan en de terugkeer naar de tijd van de natie-staat-op-zichzelf. Ze heeft als finaliteit het scheppen van dat wat de Europese verdragen, handvesten en grondrechten zo vaak beklemtonen: een ruimte van samenwerking tussen democratieën, op voet van gelijkheid, solidariteit en tolerantie, met de wet als middel en de voorspoed van allen als doel.

Het feit dat dit in deze ruige week van gevechten tussen Brussel en Athene enkel als een conflict kan worden getoond is slecht nieuws; het toont aan hoe ver de huidige EU-cratie is afgegleden naar een reeks waarden, doelstellingen en methoden die op geen enkele wijze stroken met de grote basisteksten van de Unie, laat staan met de grondwetten van haar lidstaten. Het toont dus aan dat mensen zoals Schäuble, Dijsselbloem en Van Overtveldt dringend wat heropvoeding nodig hebben – eerder dan Tsipras en Varoufakis, die net terugkeren naar behoorlijk orthodoxe interpretaties en herdefinities van dit alles.

Dat ze daarin slagen is bepaald hoopgevend, en wie na de Syriza-overwinning Griekenland bezoekt kan er niet omheen dat dit land al een enorme ommezwaai heeft meegemaakt in atmosfeer – men is hoopvol zij het waakzaam, trots op de herwonnen waardigheid dankzij de strijd van Varoufakis en de zijnen, zeker van het morele gelijk en zelfs vergevingsgezind tegenover de Duitsers en de Troika, in weerwil van de enorme menselijke schade die men hen toeschrijft en die men op elke straathoek in Athene kan zien. Men heeft minder begrip voor en geduld met de corrupte politici uit het verleden, met zakenlui en financiers die er met overheidsgeld hebben op los geleefd en die geen duit belastingen betalen, met buitenlandse investeerders die aan een spotprijs een stuk nationaal patrimonium verkrijgen om er vervolgens een laag-lonenparadijsje van te maken. Er is al een soort publieke ethiek geïnstalleerd die komaf maakt met de vorige, die hevig wordt aangewakkerd door de nieuwe regering, en die nu door middel van alledaagse handelingen stilaan de regel wordt – het vragen van een BTW-bonnetje na de maaltijd, bijvoorbeeld. Tsipras en Varoufakis maken duidelijk dat het opnieuw democratiseren van hun land dit soort cultuurwijziging nodig heeft. En ze durven denken dat dit ook voor de rest van Europa van belang is.

Het is de onmacht om zich een alternatief in te beelden dat in Europa enorme schade heeft toegebracht. Bij beleidsmensen leek dit het gevolg van eenrichtingsdenken binnen een kleine kring van deskundigen, adviseurs en belangengroepen – de insititutionele tunnelvisie. Bij de bevolking was het een gevolg van een ervaren machteloosheid tegenover de moloch van het pragmatisme van de macht en de media – het zal toch nooit veranderen. De Grieken tonen ons dat het wél kan, dat verkiezingen wel degelijk een kracht van verandering kunnen vrijmaken, maar dat dit niet zonder slag of stoot gaat.

En wat die slag of stoot betreft, de overwinning van de Grieken speelt zich af in het veld van de ideeën: een andere economische theorie, een precies beeld van democratie, soevereiniteit en subsidiariteit, het herdefiniëren “outside of the box” van dingen waarop onze gedachten vastgeroest waren. Boven alles hebben ze ons op een ouderwetse wijze getoond hoe een politiek van de grote woorden – rechtvaardigheid, respect, waardigheid, solidariteit, democratie – kan werken als een echte politieke motor voor verandering. Dat die grote woorden de kern zijn van wat we democratisch burgerschap noemen, en dat die woorden op elk moment een heldere en realistische betekenis moeten hebben. Die woorden en ideeën zijn stevige wapens, want de tegenstrever blijkt er geen antwoord op te hebben.

De Grieken hebben in zeer vele opzichten iets teruggewonnen wat ze al een aantal jaren kwijt waren: hun democratie, hun macht om binnen het systeem van de eigen samenleving beslissingen te maken over aangelegenheden die hen aanbelangen, zelfs tegenover een heel groot beest zoals de EU (en, nog groter, de “markten”). Het ligt voor de hand dat de EU hierover zo min mogelijk ruchtbaarheid wil geven, en liever de vinger legt op de betalingsbalans, het overschot op de begroting, de timing van de BTW-hervorming en wat nog al. Ook de berichtgeving na de top van 24 februari was in die zin: een overdaad aan details, vaak gekaderd in een verhaal waarin Athene “een nederlaag” had opgelopen en “grote toegevingen” had gedaan (ik vraag me nog altijd af dewelke?). Maar nauwelijks een woord over de enorme verschuiving die in deze week was opgetreden in de machtsverhoudingen binnen de EU en de Eurozone, waarin een land dat arm en machteloos leek plots z’n autonomie terugwon, niet omdat het de materiële balans in een andere richting duwde, maar omdat het op een slimme wijze waarden, principes en betekenissen uitspeelde die sterker bleken dan het dominante cynisme en affairisme waarin men zo graag politiek lijkt te bedrijven.

Het weze ons allen een wijze les.

Links

Click to access consolidated_versions_of_the_treaty_on_european_union_2012_en.pdf

http://ec.europa.eu/economy_finance/assistance_eu_ms/greek_loan_facility/index_en.htm

Click to access mnhmonioagglika.pdf

http://eurocrisislaw.eui.eu/country/greece/topic/national-law-changes/

Dijsselbloem: “You just killed Troika” – Varoufakis “WOW!” (video, pics)

http://uk.businessinsider.com/greece-eurogroup-meeting-leaked-documents-2015-2?r=US

http://www.reuters.com/article/2015/02/24/us-eurozone-greece-text-idUSKBN0LS0V520150224

http://www.dw.de/read-varoufakis-letter-to-the-eurogroup/a-18268774

http://www.consilium.europa.eu/en/press/press-releases/2015/02/140224-eurogroup-statement-greece/

http://www.imf.org/external/np/sec/pr/2015/pr1571.htm

http://www.reuters.com/article/2015/02/16/eurozone-greece-draft-idUSL5N0VQ3Y620150216

file:///C:/Users/Jan%20Blommaert/Downloads/133857.pdf

http://www.analyzegreece.gr/interviews/item/145-frank-slijper-an-insane-level-of-military-spending-led-greece-to-massive-debts-for-weapons-does-not-need

http://www.thetoc.gr/eng/economy/article/tax-inspectors-assemble-mega-list-of-300000-suspected-tax-evaders

http://mondediplo.com/2015/03/01greece

Greece to exclude Siemens, Rheinmetall & Eurocopter from public procurements

Met dank aan Bruno Tersago, Dimitra Vladimirou en de studenten van DAL-04 aan HAEC voor hun input.

by-nc

About jmeblommaert

Taalkundig antropoloog-sociolinguist, hoogleraar Taal, Cultuur en Globalisering aan Tilburg University. Politiek publicist.

1 Response

Leave a comment