Leven met de terreur: een pacifistisch standpunt

7301477

Jan Blommaert 

Het was op een vrijdag de 13de, minder dan een jaar na de aanslag op Charlie Hebdo, dat een aantal terreur-commandoteams in het wilde weg begonnen te schieten in Parijs. De balans daarvan is enorm, en de politiek reageert zoals verwacht: met oorlogstaal. Hollande heeft de noodtoestand afgekondigd op het hele Franse grondgebied, en nog meer militairen zullen in de steden worden ontplooid “om terreur te bestrijden”. Ik zeg “nog meer”, want ook voor de aanslagen op Charlie Hebdo en de Joodse supermarkt was Parijs een stad die propvol politie en gewapende soldaten liep.

De reacties zijn, zoals verwacht, emotioneel en dus brutaal – er is zoals gebruikelijk weinig plaats voor de rede. Toch deze poging. Er zijn voor mij twee elementen van belang in het debat over onze houding en reacties tegenover hedendaagse terreur. Ik formuleer ze als aanbevelingen.

Besef dat we deel zijn van de wereld

Internationale conflicten hebben de neiging tot delokalisering: de strijd die men elders voert kan door de tegenstrever worden “gerepatrieerd”, zogezegd, en ook op het thuisfront gevoerd worden. Frankrijk is sinds begin 2015 het doelwit van een reeks van aanslagen, allicht uitgevoerd door IS en met als openlijk motief de Franse betrokkenheid bij de strijd tegen IS in het Midden-Oosten. Er zijn veel historische precedenten: tijdens de onafhankelijkheidsoorlog in Algerije kreeg Frankrijk evengoed een golf van terreuraanslagen te verwerken, en de vele IRA-bomaanslagen in de UK tijdens het conflict in Noord-Ierland zijn ook nog niet vergeten. De overzeese vijand is mobiel, en terreur in eigen land is snel aanleiding tot paniekerige reacties die de militaire operaties elders beïnvloeden – althans, dat is wat de terroristen denken.

Het feit is dat de Fransen – en wij allen – moeten beseffen dat we deel zijn van een grote wereld en dat dit twee grote gevolgen heeft.

Eén: we kunnen ons niet afluiten voor die wereld, ook al proberen we dat zowel mentaal als fysiek met een verbazingwekkende toewijding. De EU en haar lidstaten slaan een absoluut modderfiguur in de zogeheten “vluchtelingencrisis”. Waarom begin ik hier plots over vluchtelingen? Omdat zowel de terreur als de vluchtelingen tot hetzelfde probleem en fenomeen behoren: onze betrokkenheid in en met de crisis in het Midden-Oosten, en beide zijn er effecten van. Beide worden ook, in een zielige show van paranoia, al maanden op één hoop gegooid, en ook nu hoort men her en der dat de terroristen wellicht wel onder de vluchtelingen moeten gezocht worden. Het “respect voor de slachtoffers en hun nabestaanden” dat men luidkeels (en geheel terecht) eist voor zij die gisterennacht in Parijs het leven lieten, ontzeggen we aan zij die hier als slachtoffer en nabestaande hun toevlucht zoeken. Zij zijn vanaf dag één “gevaarlijk”, en wij zijn hùn “slachtoffers”.

De vluchtelingencrisis heeft duidelijk gemaakt dat de EU zich – merkwaardig toch? – niet echt beschouwt als een deel van de wereld en liefst ergens veilig afgescheiden zou zijn van die wereld. Let op: wij zijn graag actief in de rest van de wereld, politiek, militair, economisch en als toerist. Maar we hebben liefst niet dat zij actief zijn bij ons. Degenen die bij ons actief willen zijn selecteren we graag zélf, en zowat het hele EU beleid van de afgelopen twee decennia is erop gericht de “migratiestromen” in te dammen en ze te controleren, zodat enkel “gewenste” migranten (de zogenaamde smart migration) ons territorium kunnen betreden. Dat dit een illusie is, en dat we die illusie dringend moeten inruilen voor wat realisme, is duidelijk gemaakt zowel door de vluchtelingen als door de terroristen.

We moeten dus leren omgaan met het gegeven dat iemand te voet van Vladivostok tot Oostende kan lopen, en dat dit ook gebeurt – of we het leuk vinden of niet. We hebben  een deugdelijk en realistisch migratiebeleid nodig, geen migrantenbeleid, en nog minder een veiligheidsbeleid dat als migratiebeleid verkocht wordt en precies door die koppeling uitgesproken kenmerken van structureel racisme krijgt.

Twee, we kunnen ons ook op een andere wijze niet afsluiten voor die wereld: we worden afgerekend voor wat we elders in die wereld uitrichten. Zoals gezegd, wij zijn graag elders actief, en de manieren waarop we dit doen zetten kwaad bloed. We zijn – leuk is dat niet, natuurlijk – de vijand in grote delen van de wereld, en de mensen die ons als vijand beschouwen hebben daarvoor vaak uitstekende redenen. Onze “militaire interventies”, en onze steun aan regimes zoals Israel en andere schurkenstaten zijn voor hen immers vaak … terreur. En net zoals wij “hun” terroristen afdoen als fanatici en monsters die geen medelijden verdienen, doen zij dat met de onze. Iemand die z’n kind verliest in een drone-aanval waarbij het doelwit niet geheel precies gelokaliseerd was: van zo’n mens hoef je niet veel begrip, erbarmen en vergevingsgezindheid te verwachten.

We kunnen hen de rationaliteit van dat oordeel over ons en onze handelingen moeilijk ontzeggen. Wanneer wij ons geschokt voelen door de aanslagen in ons “territorium”, en haat en oorlogstaal uiten als respons hierop, moeten we aannemen dat dezelfde gevoelens en reacties ook bij hen optreden. En dat wij dat bittere oordeel niet gewoon van de hand kunnen wijzen als ongefundeerde nonsens, maar ermee moeten leven. We bevinden ons nu al vele, vele jaren in een conflict met grote delen van de wereld, en tenzij men dat conflict ten gronde aanpakt zullen de consequenties ervan telkens weer op ons bordje belanden – of we het leuk vinden of niet. Nogmaals: zowel de vluchtelingencrisis als de terreuraanslagen tonen aan dat we dit niét goed hebben gedaan tot nu toe. We hebben hoogdringend nood aan meer vrienden in deze wereld.

Geef je eigen samenlevingsmodel niet op

De “repatriëring” van internationale conflicten heeft sinds 9/11 geleid tot een wereld waarin “het vrije Westen” een zeer groot deel van z’n sterkste punten heeft opgegeven en heeft vervangen door hun tegendeel. De rationele houding die onze politiek en publiek debat kenmerkte is vervangen door een irrationele, bij momenten gewoon hysterische houding – gedenk de opstoot van Rechts Correct Denken (“sla ze dood”, “atoombommekens erop”, “oorlog tegen de Islam”) na Charlie Hebdo. De vrijheid en onbevangenheid die in een samenleving zoals de onze zowat de meest aantrekkelijke punten waren zijn vervangen door paranoia en overpolicing, waarbij van elke burger nu wordt verwacht dat hij/zij z’n buren niet langer ziet als buren maar als mogelijke verdachten, wier gedrag nauwgezet in de gaten moet worden gehouden want – wie weet?

Het gewapende conflict dat we elders in de wereld voeren is zo geheel gerepatrieerd. In de straten van grote steden – niet enkel Parijs maar ook Antwerpen – lopen zwaar bewapende politiemensen zij aan zij met militairen in oorlogsuitrusting, klaar om de trekker over te halen wanneer het maar nodig zou kunnen zijn. The bullet precedes the question, is de tactiek, want – kijk toch in welk een wereld we leven!! – er lopen mannen met kalashnikovs en bommengordels door onze straten. In die zoektocht naar deze naalden in de hooiberg (want, tja, kalashnikovzwaaiers zijn nog altijd uiterst zeldzaam) wordt eenieder verdacht, een bron van dreiging en gevaar. En worden de extreme methoden om kalashnikovzwaaiers uit te schakelen stilaan “normale” politiemethoden – denk aan het schietincident waarbij alweer een band werd gelegd tussen vluchtelingen (een 14-jarig Syrisch meisje) en terreur (een antiterreureenheid van de Antwerpse politie).

Degenen die deze repatriëring van het militaire conflict voorstonden – chez nous vooral de heren De Wever en Jambon – hebben vandaag wel één en ander uit te leggen. De enorme uitbouw van een repressief en agressief bewakingsapparaat moest preventief werken, het moest aanslagen voorkomen. De aanslagen van Parijs gisteren laten nog maar eens zien dat dit niet lukt. De reden: dit is een uiterst zeldzaam voorval uitgevoerd door uitzonderlijke figuren – letterlijk een naald in een hooiberg. Ze zijn met zo weinig en treden zo zelden op dat een “totale” preventiestrategie (die dan ook zeer snel totalitair wordt) simpelweg onmogelijk is. Wie ze tracht toe te passen schept zeer grote risico’s voor de onschuldige burger: die kan worden gecriminaliseerd zonder enig crimineel feit te hebben gepleegd, en die kan slachtoffer worden van extreem gewelddadige politiemethoden die men nu als “normaal” is gaan hanteren – denk alweer aan het 14-jarige Syrische meisje. In beide gevallen is onze samenleving een belangrijk deel van z’n vrijheid om te spreken, denken, schrijven en bewegen kwijt, want alles wat we doen, denken, zeggen en schrijven, en elk contact dat we hebben met anderen is nu potentieel doelwit van antiterreur, en dus van uit de hand gelopen staatsgeweld.

Pacifisme schuldig?

De strategie van militarisering werkt dus niet, en ik vraag me af welke bewijzen men nu nog méér nodig heeft om dit te begrijpen. Ik hoor de tegenpartij natuurlijk al schreeuwen “EN JULLIE DAN?” Want wij, die tegen oorlogswapens in de handen van straatpatrouilles zijn, tegen de structurele verdachtmaking van alles wat vluchteling is en Moslim, en tegen totalitaire surveillantie van ons internet- en GSM-verkeer – wij laten alles op z’n beloop en nodigen de terroristen uit om er hier hun speeltuin van te maken.

Ik denk niet dat pacifisten terecht hoeven te staan voor de gebeurtenissen in Parijs nu en in januari dit jaar, noch voor het exploderen van een Russisch toestel boven de Sinaï een paar weken terug of de aanslag in Beirut een paar dagen geleden, noch voor de aanslagen in Madrid en London tien jaar terug, of voor 9/11 in 2001. Evenmin voor de aanslagen van de IRA in Groot-Brittanië, de Tsjetsjeense aanslagen in Moskou, de bomaanslagen in Frankrijk tijdens de onafhankelijkheidsoorlog van Algerije, de aanslag van Breivik tegen sociaaldemocraten in Noorwegen, de Bende van Nijvel of de CCC – noem maar op. Men hoeft niet in hun richting te kijken.

De reden is eenvoudig: pacifisten hebben geen enkele vat op het beleid dat beweert WEL een antiterreurstrategie te hebben. Ze hebben dat nooit gehad, en ze kunnen dus moeilijk aansprakelijk gesteld worden voor iets waarin hun standpunt decennia lang systematisch opzij is geschoven ten voordele van een strategie-van-de-harde-hand. Pacifisten staan voor een open en redelijke dialoog waarin ook wij toegevingen moeten doen; ze staan voor tolerantie en begrip voor menselijke problemen en gevoeligheden in het heden en verleden; en ze bepleiten de intrinsieke kracht van een democratische rechtstaat als voornaamste middel tegen geweld. Dié mensen kan men moeilijk het failliet verwijten van een benadering die volkomen tegengestelde uitgangspunten hanteert.

Mensen die een zachte oplossing voorstaan kan men niet verwijten dat de harde aanpak niet werkt. Het is nu eenmaal de hunne niet.

Het zelfonderzoek zal dan ook moeten plaats vinden onder zij die al vijftien jaar lang escalatie prediken. Want die escalatie is er nu ook in het eigen territorium, ook de escalatie is gerepatrieerd. En een goeie manier om dat zelfonderzoek aan te vatten is via de omweg van de vluchtelingencrisis. Het zou helpen wanneer men beseft dat het gerepatrieerde geweld dat ons zo schokt en kwetst precies hetzelfde is dan datgene wat de miljoenen vluchtelingen uit het Midden-Oosten heeft bewogen om elders hun heil te gaan zoeken. Het feit dat de overgrote meerderheid van die mensen Moslims zijn, zou ons daarenboven moeten doen bedenken dat het geweld waarvoor ze vluchten minder vandoen heeft met wat de Profeet in de Koran heeft geschreven en meer met nieuwe vormen van fascisme en totalitarisme die zich – lekker comfortabel als excuus – achter een religieus banier verschuilen. Waarvan Moslims op wereldschaal de voornaamste slachtoffers zijn.

De golf van aanslagen die Frankrijk teisterde tijdens de Algerijnse onafhankelijkheidsstrijd hield op van zodra Algerije onafhankelijk werd; de IRA stopte z’n bommencampagne van zodra er een eerbaar compromis in Noord-Ierland werd gevonden. Terreurbestrijding lijkt historisch slechts één deugdelijk recept te hebben: het conflict dat door terroristen wordt geëxporteerd en gerepatrieerd zelve aanpakken – door vrede te stichten. Elke andere strategie faalt; en naast menselijke slachtoffers en onnoemlijk persoonlijk leed leidt ze ook tot een nog groter slachtoffer: ze breekt datgene af waar wij beweren voor te staan: our way of life. Waarmee we niet langer beter zijn dan onze tegenstrevers.

(PS:  Er zijn mensen die moeite hebben met de “we” en “ons” in de tekst. Men moet beseffen dat wij allemaal als burgers van landen die in conflicten betrokken zijn mee verantwoordelijkheid dragen, ook al zijn we persoonlijk gekant tegen het beleid van onze regeringen tegenover die conflicten. Terroristen maken alvast geen onderscheid tussen “goeie” en “slechte” slachtoffers, precies vanuit dat gegeven. Veiligheidsdiensten evenmin. Als we de wereld willen verbeteren dan mogen we eender wat doen, maar niet doen alsof wij geen rol spelen in conflicten die namens ons op bepaalde manieren worden uitgevochten. Ook dat hoort tot het democratisch burgerschap.)

Links

The EU “refugee crisis”: whose crisis is it anyway? (video)

Ik ben niet bang, want ik ben democraat

Een antiterreur team tegen een wanhopig vluchtelingenkind?

by-nc

About jmeblommaert

Taalkundig antropoloog-sociolinguist, hoogleraar Taal, Cultuur en Globalisering aan Tilburg University. Politiek publicist.

1 Response

Leave a comment