Voorwoord op “Superdiversiteit in Oostende” (Ico Maly & De Toekomstfabriek)

superdiversiteit

Jan Blommaert

Controversieel, maar onvermijdelijk: zo besluit Ico Maly deze kleine studie. Hij heeft het daar over de democratische opdracht die als politieke vertaling uit dit onderzoek naar voor komt: onze samenleving is dramatisch en snel veranderd, terwijl de manieren waarop we over onze samenleving nadenken en waarop we ze besturen nog altijd uitgaan van een heel ander samenlevingsbeeld. We besturen dus een samenleving die niet meer in die vorm bestaat, en we blijken slechts traag en moeizaam in staat om ons die nieuwe samenleving in te beelden.

Dat is deels vanzelfsprekend. We leven paradoxaal steeds nadrukkelijker in een natie-staat kader, waarin politieke campagnes ons de illusie geven dat de burgemeester, volksvertegenwoordiger of minister àlles – letterlijk àlles – kan beheersen en regelen. Ons geloof in de almacht van onze lokale politici was nooit zo groot als nu, en onze politici blijken dat geloof ook meer dan ooit te delen. En dit, terwijl er enorme gaten in die macht ontstaan zijn – dat de reële macht van bestuurlijke machten op een laag schaalniveau snel en fundamenteel krimpt in verhouding tot machten die op een hoger schaal niveau opereren. De EU bepaalt ons leven in veel verdergaande mate dan de Federale Regering. Een eenvoudig voorbeeld: de begroting van deze laatste (het belangrijkste beleidsinstrument, uiteraard) wordt opgesteld binnen strakke criteria die door de EU worrden opgelegd en gecontroleerd. En het zijn de krachten van economische globalisering (waarin, alweer, de EU een veel prominenter rol speelt dan de nationale regeringen) die de “race to the bottom” in de arbeidsverhoudingen organiseren en prikkelen. Het zijn die krachten die de grote migratiegolven in de wereld beheersen – zowel de golven van elitaire “expatriate” of “knowledge” migratie, als die van de zwartwerkende of geprostitueerde lompenproleet.

Maly merkt dan ook terecht op dat het niet de Burgemeester van Oostende is, en evenmin de Vlaamse Minister-President en de Belgische Premier, die bepalen wie hierheen mihreert en wie niet. Ze hebben op die diepe stroom simpelweg niet de geringste impact. Hun impact beperkt zich, brutaal uitgedrukt, tot administratieve discriminatie: overheden definiëren het verschil tussen wie hier “legaal” is en daaruit rechten en vrijheden puurt, versus wie hier niet welkom is en dus officieel geen deel is van onze samenleving. Het feit dat die laatste categorie effectief deel is van het maatschappelijke en economische weefsel doet hierbij niet ter zake: punt is dat ze weggehouden worden uit het administratieve en politieke weefsel en dus rechtenloze, onbeschermde ingezetenen zijn. Ze zijn deel van onze lageloon-economie, maar niet van onze democratie. De superdiverse samenleving is dan ook, meer dan ooit, een hiërarchisch gelaagde samenleving die niet enkel door talloze en diepe verschillen tussen mensen wordt gekenmerkt, maar meer nog door een complex geheel van ongelijkheden. Superdiversiteit is niet gewoon “meer” diversiteit, het is “andere” diversiteit – een kwalitatief fenomeen met belangrijke politieke en sociale aspecten, zoals Maly beklemtoont.

We begrepen dit al – een klein beetje – wanneer het ging om de grote geglobaliseerde metropolen in de wereld. Er is een oude en bonte literatuur over de dynamische transformaties in steden zoals London, New York, Tokyo en Shanghai. In eigen land groeit de literatuur over “centra” zoals Brussel, Antwerpen en Gent. Wat de studie van Maly aantoont is dat superdiversiteit, incluis z’n vele ongelijkheden, nu ook een kenmerk is van kleinere steden, van centra die op een veel lager schaalniveau te situeren zijn dan de grote miljoenensteden die magneten zijn voor migratie. Superdiversiteit is dus niet langer een uitzonderlijk, exotisch of “freak” fenomeen: het is een algemeen fenomeen dat zich dus niet laat vatten in à la carte bedenkingen en maatregelen, maar een algemene aanpak vereist. En  in die aanpak moeten we in het reine komen met dingen zoals complexiteit en meervormigheid. We hebben, bijvoorbeeld, niet één integratiebeleid nodig, maar een hele hoop verschillende integratietrajecten, aangepast aan die veelvormige “andere” die deel is van onze samenleving. In die aanpak moeten we ook ophouden te doen alsof dit enkel over anderen gaat. Maly laat zien hoe superdiversiteit onze eigen omgeving hertekent en hervormt. Ook autochtonen zijn superdivers, zelfs in Oostende.

 

Dowload het e-book hier: http://www.kifkif.be/actua/superdiversiteit-in-oostende

 

by-nc

About jmeblommaert

Taalkundig antropoloog-sociolinguist, hoogleraar Taal, Cultuur en Globalisering aan Tilburg University. Politiek publicist.

1 Response

Leave a comment